Prediking 9 April

Preek 9 April 2017

 

Mattheüs 21 vers. 1-11

De intocht in Jeruzalem

1 En toen zij Jeruzalem naderden en in Bethfagé bij de Olijfberg gekomen waren, zond Jezus twee discipelen uit en zei tegen hen:
2 Ga het dorp in dat voor u ligt, en u zult meteen een ezelin vinden die vastgebonden is, en een veulen bij haar; maak ze los en breng ze bij Mij.
3 En als iemand iets tegen u zegt, moet u zeggen dat de Heere ze nodig heeft, en hij zal ze meteen sturen.
4 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden wat gesproken is door de profeet, toen hij zei:
5 Zeg tegen de dochter van Sion: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen dat een jong van een jukdragende ezelin is.
6 En de discipelen gingen heen en deden zoals Jezus hun bevolen had;
7 zij brachten de ezelin en het veulen, en zij legden hun kleren erop en zetten Hem daarop.
8 En het grootste deel van de menigte spreidde hun kleren uit op de weg en anderen hakten takken van de bomen en spreidden ze uit op de weg.
9 De menigte die vooropliep en die volgde, riep: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de Naam van de Heere! Hosanna, in de hoogste hemelen!
10 Toen Hij Jeruzalem binnenkwam, raakte heel de stad in opschudding en men zei: Wie is Dat?
11 De menigte zei: Dat is Jezus, de Profeet uit Nazareth in Galilea.