Prediking 18 Augustus
Rechters 13:1-5, 16:25-31
- Weer deden de Israëlieten wat slecht is in de ogen van de HEER. Daarom leverde de HEER hen veertig jaar lang over aan de Filistijnen.
- In die tijd leefde er in de omgeving van Sora een zekere Manoach, die tot de stam Dan behoorde. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had nooit kinderen gekregen.
- Op een dag verscheen bij haar een engel van de HEER. ‘Tot nu toe was u onvruchtbaar en hebt u geen kinderen gekregen,’ zei hij. ‘Maar nu zult u zwanger worden en een zoon baren.
- Onthoud u daarom van wijn en andere drank en eet geen voedsel dat onrein is.
- U zult zwanger worden en een zoon krijgen. Zijn haar mag nooit door een scheermes worden aangeraakt, want hij zal al vanaf de moederschoot als nazireeër aan God gewijd zijn. Hij zal een begin maken met de bevrijding van Israël uit de greep van de Filistijnen.’
- Ze waren in een steeds vrolijker stemming geraakt, en ten slotte had iemand voorgesteld: ‘Laten we Simson erbij halen, dan kunnen we lachen.’ Simson werd uit de gevangenis gehaald en moest om de feestgangers te vermaken tussen de zuilen van de tempel gaan staan.
- Hij vroeg aan de jongen die hem geleidde: ‘Zet me zo neer dat ik de zuilen kan aanraken waarop de tempel rust, dan kan ik daartegen steunen.’
- De tempel was vol mensen, onder wie de Filistijnse stadsvorsten, en er waren ook nog zo’n drieduizend mannen en vrouwen op het dak geklommen om naar Simson te kijken en hem uit te jouwen.
- Maar Simson riep de HEER om hulp en bad: ‘HEER, mijn God, denk toch aan mij! Geef me alstublieft nog eenmaal genoeg kracht, zodat ik me voor minstens één van mijn beide ogen op de Filistijnen kan wreken.’
- Voorzichtig betastte hij de twee middelste steunpilaren van de tempel, zette zich met beide handen schrap
- en riep uit: ‘Mijn dood zal de dood zijn van de Filistijnen!’ Toen duwde hij uit alle macht. De tempel stortte in en alle aanwezigen, ook de stadsvorsten, werden bedolven. Zo maakte Simson bij zijn dood meer slachtoffers dan tijdens zijn hele leven.
- Zijn verwanten, zijn hele familie van vaderskant, kwamen naar Gaza om zijn lichaam op te halen. Ze namen het mee en begroeven het tussen Sora en Estaol, in het graf van zijn vader Manoach. Twintig jaar lang had hij Israël geleid.